Ooit vond ik ooit groter kracht dan in Mich 4 vers 8. Een rijmpje over de memorisatie tekst van deze week:
Micha is één van de kleine profeten en moet een oordeel uitspreken over het volk. In dit gedeelte is er eigenlijk een soort gekibbel tussen het volk en God maar de HERE geeft aan wat Hij van het volk verlangt:
1- recht doen. Dat was ver te zoeken in die tijd
2- goedertierenheid lief te hebben. Dus het goede doen waar je kunt
3- ootmoedig te wandelen met God. Dus zonder opsmuk, oprecht en vanuit je hart
Drie dingen die de HERE ook van ons vraagt en die, met behulp van de Heilige Geest niet zo moeilijk zouden moeten zijn, toch?
Zullen we er voor gaan? Niet alleen deze week, maar altijd?!
Eén opmerking over 'Week 12: Micha 6:8'